Soms kan je met een CB op 27Mhz gesprekken voeren met verre landen zelfs op zeldzame momenten met de andere kant van de wereld.

Dit fenomeen komt vooral voor op de lage frequentie's tussen 1 en 30Mhz.

Een radiosignaal ondergaat verschillende beinvloedingen onderweg van zendantenne naar de ontvangstantenne, deze invloeden noemen we propagatie.

Propagatie is het reflecteren van radiosignalen tegen de D, E en F lagen in de ionosfeer terug naar de aarde in een bepaalde hoek.

De zon beinvloedt op kortegolf HF frequenties (1-30Mhz) het radioverkeer via de ionosfeer,

-De 11 jarige syclus:

De zon kent een 11 jarige cyclus. Om de 11 jaar vertoont zijn een maximum in haar energie-uitstraling.

Deze maxima worden veroorzaakt door het veelvouding optreden ven enorme uitbarstingen van de zonnevlammen en de erbij behorende zonnevlekken.

-Het seizoen, dag en nacht:

De zon staat bij ons in de in de winter laag aan de hemel dat betekent dat de zonnestraling niet zo sterk is.

De ionosfeer is een deel van de dampkring die zich rondom de aarde bevindt op een hoogte van 40 tot 400Km.

Het is de zonnestraling die in bepaalde delen van de atmosfeer een proces van ionisatie veroorzaakt.

De geleidbaarheid van de aarde heeft ook invloed op de reikwijdte van een radiosignaal.

De geleidbaarheid van water is groter als dat van land. De geleidbaarheid van vochtige leemgronden is beter dan droge zandgronden.

Atmosferische storingen:

Regendruppels die statisch geladen zijn die de antenne treffen geven soms een sterke knetterstoring.

Een elektrische ontlading bij een onweer geeft ook korte hevige storingen vooral op de hf frequenties.